Het liefst draag ik stevige schoenen, zeg maar, type wandelschoenen. Hoge wandelschoenen, geschikt voor in de bergen. Er zijn geen bergen in mijn directe omgeving. Mochten ze er plots wel zijn dan ben ik voorbereid.
Ik mag deze schoenen niet aan naar sjieke gelegenheden. Zelfs niet op visite bij vrienden. Als ik dat tegen ze zeg zullen ze beweren dat het totaal geen probleem is als ik wel met dit schoeisel aan kom zetten. Ze liegen dat ze barsten en dat is erg lief.
Andere schoenen betekend ook andere sokken. Wandelsokken, hoe ergonomisch gevormd dan ook, horen niet in een nettere schoen.
Zwarte dunne sokken. Die heb ik gekocht. En dan volgt het probleem.
Vriendlief heeft ook zwarte sokken. Nette zwarte sokken. Voor in nette schoenen die hij aan heeft naar zijn werk. Vriendlief voorziet vergissingen met betrekking tot de sokken en vreest chagrijnige bui als gevolg van strakke sokken met een daardoor afgeknepen bloedsomloop aan de onderkant van de benen. Ik voorzie een groter probleem. Namelijk het uitrekken van mijn sokken waardoor ze niet goed meer passen.
Wat te doen?
Strikjes. Dat te doen.
Oh, gaaf! C. in driedelig maatpak met strikjes 😉
Pas maar op Jaap. Straks wordt het helemaal een te bom diddi trend en dan zal jij er toch ook aan moeten 😉 (of ben je geen dedicated follower of fashion?)