Aan het eind van de wandeling naar Portelo staat een cafeetje. Lief voelt zich geroepen de biertjes te kopen waar wij het al over hadden gehad gedurende het laatste half uur van de tocht. Terwijl hij in de rij staat zwerf ik wat in de richting van een winkeltje met wat toeristische spulletjes en handgemaakte artikelen. Bijzonder warme truien voor zo’n warm eiland. Ik voel geen behoefte om een aankoop te doen. En dat terwijl ik graag de plaatselijke middenstand wat euro’s doe toekomen. Dan zie ik het stalletje met bloemen. Een wat fittere versie van mijn oma staat in het stalletje. Met een bloemetjesschort waar mijn andere oma stikjaloers op was geworden. In haar stal staan de bloemen die we tijdens de wandeltocht langs de kant van het pad hebben zien groeien. Ik wijs naar een sprietplant met felle oranje bloemetjes.
‘two euros’, zegt oma en kijkt mij vriendelijk en ietwat hoopvol aan.
‘Do you have the seeds for this plant?’ vraag ik en oma wijst naar een zakje met knollen. Aha, geen zaadjes, knolletjes. Ik bekijk ze wat van dichterbij in de hoop de vorm te herkennen.
‘No’, zegt oma glimlachend, ’not for eating, for to put in garden’. Ze wijst naar de inhoud van haar stal en zegt,
‘any three for five euros’.
Ah, gevoel voor humor en een lichtelijk commerciële instelling. Wat een leuk mensje. Ik koop nog 2 zakjes zaad erbij en reken af.
De wandeling ging soepel, ik heb spullen voor de tuin die nog aangelegd moet worden en het biertje spoelt de dorstige keel schoon. De dag voelt goed en ik ben gelukkig.
Het is bijna een jaar later. In mijn tuin is het een drukte van jewelste. De crocosmia komt uit en ik zie de belofte van fel oranje bloemetjes. Het gevoel van de dag van de wandeling komt terug, ik voel mij mui animado.
Dat gevoel kan ik me voorstellen. Als je nu van iedere vakantie wat in de tuin zet…
Dat is pas een leuk souvenir! En dan straks een wereldtuin!
Groeien er ook al Ierse klavertjes?