Mango ijsthee


En dan is het eindelijk zomer. Een dorst dat ik heb! Geïnspireerd door mede bloggers met dorst en een voorliefde voor echt eten en drinken maak ik mango ijsthee. Dat doe ik zo:
Wat gaat erin?
3 kwart liter water
3 zakjes zwarte thee (als je er een hebt met Orange Pekoe* dan is dat een plus qua smaak anders gewone zwarte thee doet het prima)
1 eetlepel suiker (of meer naar smaak als je een zoetekauw bent)
Een halve mango, zonder pit, zonder schil, in blokjes
Zo maak je het:
Begin een dag van te voren. Ik maak dit meestal in de avond. Kook een liter water. Het hoeft niet lang te koken. Bij mij doet het dat wel want waterkoker. Meet drie kwart liter en doe dit in een glazen kan. Hang de zakjes thee erin en laat 5 tot 10 minuten trekken. Mag ook langer als je van theesmaak houdt. Voeg suiker toe en roer. Laat de thee afkoelen tot kamertemperatuur en zet het dan in de koelkast. Slacht de mango*2 en deel de buit aan vruchtvlees in tweeën. Netjes in afsluitbare bakjes in de koelkast. De volgende dag doe je een halve mango in de blender en daar giet je de, nu koude, thee bij. Deksel op de blender*3 en draaien maar. Laat de kan waar je de thee in hebt afgekoeld staan, daar kan de ijsthee weer in. Zet er een groot glas naast. Giet nu de thee weer in de kan. Pas op! Het past waarschijnlijk niet in een liter kan vandaar dat extra glas. Giet daar de rest in en neem het mee naar balkon/tuin/openraam. Zit en geniet. 

*) In Pickwick Dutch blend zit, onder andere, deze thee.
*2) Appie heeft een instructiefilmpje gemaakt om tot zo min mogelijk snijwonden te komen. 
*3) Belangrijk! Niet vergeten.

Lekker warm

Om in de tuin te zitten is het nu perfect weer. En dat is dan ook psies wat ik aan  het doen ben. Binnenkort hier een recept voor ijsthee met mango maar zelfs daarover schrijven is mij nu te veel moeite. Want warm. Het opdrinken. Dat lukt wel.
Laterz!

Kamperen


Alle spullen hebben we nog. Lekker lange slaapzakken, extra fleecedekens voor als het koud is, een keuze aan luchtbedden en zelfopblaasbare matjes van twijfelachtige dikte, nog steeds werkend gastoestel en alle bijbehorende spullen voor het koken. En een tent. Een tunneltent. Laaiend enthousiast waren we toen we deze kochten. Een tent zonder stokken en genoeg ruimte om languit te liggen. Daarvoor leenden we tent nummer twee van mijn ouders. Zo’n lekker ouderwetse van katoen met een grote stok in het midden waar ik steeds, vooral ’s nachts, tegenaan liep bij voorkeur met mijn voorhoofd. Of, bij een kortdurende verblijf, een koepeltent. Extra ruim want voor drie personen geschikt. Zelfs ik lag klem en met de voeten tegen de rits. Bij nat weer geheid een natte slaapzak. Van onderen naar boven. Nee, dan de tunneltent. Met een voortentje ook nog. Ok, je moet er erin kruipen maar geen natte slaapzak meer. Wat heerlijk.
Al jaren gaan we niet meer kamperen. We huren een huisje of zitten in een hotel. Lekker makkelijk. Komend weekend moeten we er weer aan geloven. Hele weekend op een festival met camping. Jezelf blootgeven aan de elementen met niets anders dan een dun zeiltje tussen jou en de weergoden. Heb ik nog tijd om een grotere tent te kopen?