Vorig jaar, of het jaar daarvoor, zag ik bij vrienden A en N in de tuin Lupine staan. Zelf was ik toen nog niet actief bezig met de tuin dus heb er niets over gezegd. Nu is de situatie zo dat ik duidelijk van passieve naar actieve stand ben geschakeld qua tuin en had bedacht dat die sprieten met kleurige bloempjes een zeer fraaie aanvulling kunnen zijn op mijn border creatie. Na klein gesprek met A, want die gaat over de tuin aldaar, besloten deze plant in een der bakken te plaatsen. Dit vooral omdat A naar de plant refereert als zijnde ‘slakkenvoer’. Je had erbij moeten zijn.
‘Lijkt mij geen probleem A, ik heb alle slakken in mijn tuin al in de sloot gegooid’, zei ik.
‘Ja, dat dacht je maar, en dan plant je Lupine en je draait je om en hop zijn al je slakken weer terug’.
‘Je bedoelt, de geesten van de slakken die ik een mislukte zwemles heb gegeven? Hmmm, spooky’.
A keek mij aan alsof ik helemaal (om in de juiste tuintermen te blijven) geschoffeld was geworden en veranderde van onderwerp en gesprekspartner. Juist. Kreeg nog wel de mededeling dat hij ging kijken of hij nog lupinezaadjes had.
Twee weken later kreeg ik een zakje van A. Met zaad. En een briefje, dat het zaad van de buurman betrof want hij had niet meer. En dat het, oja, lupinezaadjes betrof.
Nu wil het dat ik een super-de-luxe kweekkas heb met vloerverwarming. Succes verzekerd. Zaadjes in bakje met potgrond, water erbij en afwachten. Ik dacht, het doet niets maar dat bleek niet aan de zaadjes te liggen. Wel aan mijn portie ongeduld. Nu ziet het er zo uit…