Als de zon schijnt aan de andere kant van onze planeet word ik wakker. Het is donker en even weet ik niet waar ik ben. Wel weet ik wat ik moet doen en sta op. Langzaam schuifel ik naar waar ik meen dat de deur van de slaapkamer is. Deze weet ik zonder kleerscheuren te bereiken dankzij het los rond zwaaien van mijn armen. Als ik door de deur ben blijft het donker. Geen hand voor ogen en ik vervloek mijn idee om de wijn afgewisseld met glazen water te drinken. Geen zin in hoofdpijn en op die manier minder kans op een kater maar het loopt wel twee keer zo snel door. Gedesoriënteerd door het totale gebrek aan licht weet ik even niet waar het toilet zich bevind in dit huis wat niet het mijne is. Ik gok op links en voel even later een deur aan mijn rechterhand. Dit zou het wel eens kunnen zijn. Ik schuifel naar binnen en doe de deur achter mij dicht. Terwijl ik mijn hand terugtrek van de deur voel ik een knopje aan de muur. Het is het lichtknopje en eindelijk kan ik zien wat ik doe en waar ik ben. Met mijn intuïtie is blijkbaar weinig mis want ik ben inderdaad op het toilet aanbeland.
Opgelucht loop ik het kleine kamertje uit. Terwijl ik de deur naar de slaapkamer zie doe ik het licht uit. In het pikkedonker loop ik snel richting de slaapkamer want ik wil nu wel weer slapen. In mijn haast om snel weer in bed te liggen schat ik de afstand ietwat verkeerd in en knal tegen een muur. Die erg hard is.
Toch nog hoofdpijn.
Een reden te meer om het water te laten staan…
Ben het helemaal met Sjoerd eens!
Als je het water had laten staan, had je ook niet naar de WC gehoeven. Zie je wel dat water slecht is voor je gezondheid 😛