In de tuin staat een voederstation. Deze bestaat uit een lange rechte paal met daaraan een aantal haken alwaar vetbollen, netjes pinda’s of andere vogelgerelateerde artefacten gehangen kunnen worden. We noemen het de kapstok. De bedoeling is dat het wat helpt om de kleine vogels in de buurt de komende winter door te helpen. Vooral koolmeesjes kunnen dat goed gebruiken want die hebben het moeilijk. Heeft iets met boomschors van een specifieke boom te maken welke er wel of juist niet voldoende is. De details hiervan zijn mij wederom ontgaan. In ieder geval is dit een poging de mezen de winter door te loodsen. Vandaag bleek dat de gevederde vrinden de kapstok weten te vinden. Maar wat zien wij daar? Dat zijn niet de ietsiepietsie kleine vogels die ik in gedachten had bij het plaatsen van de kapstok. Wij zagen een Vlaamse gaai, gevolgd door een halsbandparkiet*.
Dat was even slikken. Na enig nadenken kwam ik tot de conclusie dat ook deze vogels de winter door moeten komen. Zo meteen nog maar wat nieuwe bollen ophangen want ze gaan wel extra hard zo.
*) Als ze het konden beargumenteren zouden ze wellicht het argument aan brengen dat ze zichzelf als relatief klein zien. Tenslotte zijn ze opvallend kleiner dan een raaf, reiger, aalscholver of pterosaurus. Waarbij ik zou beredeneren dat dit wellicht zo is maar dat deze laatste a. uitgestorven is en daarom niet relevant (streng he, maar ik moet ergens een grens trekken) en b. geen vogel is. Waarna de Vlaamse Gaai en de halsbandparkiet zouden kunnen zeggen dat dit de vermoedelijke voorvader is van vogels. Waarna ik zou zeggen dat zo’n beest niet eens op de kapstok zou kunnen zitten want dan ging het ding stuk en daarna zouden de gaai en parkiet niet meer weten waar het argument nou eigenlijk over ging want zo slim zijn ze niet. Daarbij kunnen ze (nog) niet praten.
Goh, da's hier ook nog wel een idee!
Ziet er super uit!