‘De mensen zijn het zat’, zegt de marktverkoopster terwijl ze de door mij uitgekozen knoopjes in een zakje doet. Hoewel niet helemaal de juiste vorm zijn de knoopjes precies de juiste kleur voor bij de stof die ik net heb gekocht. De kleur wijkt drie tinten af waardoor ze wel gaan opvallen maar er toch echt bij horen.
‘Zo’n rits die er wel is maar je niet kan zien’, zeg ik tegen de marktverkoopster,’ heeft u die?’
‘U bedoelt een blinde rits. Ja, die heb ik in ongeveer deze kleur. Hoe lang moet de rits zijn?’
‘Een centimetertje of veertig lijkt mij voldoende’.
Waarschijnlijk is dat te lang, bedenk ik, maar bij deze soort ritsen kan ik er makkelijk een stukje afhalen. Niemand die dat ziet want, zo’n rits, naai ik zo achter de stof.
‘Mensen hebben er geen verdusie meer in, mevrouw’, zegt de verkoopster, ‘de winter duurt nu zo lang, ze denken dat ie niet meer over gaat.’
Ze geeft er een knipoog bij maar kijkt mij toch wat bezorgd aan. Ik bedenk mij dat ik waarschijnlijk net niet genoeg vlieseline in de kast heb liggen.
‘Het is al veel te lang veels te koud. De mensen zijn het beu’, voegt ze eraan toe, terwijl ze mij indringender aankijkt.
‘Volgende week blijft het ook nog fris. Wie weet dat het in de week erna wat opwarmt’, zeg ik met een, hopelijk, geruststellende stem maar gezien de uitdrukking op haar gezicht heeft dat niet geholpen.
‘Nee hoor, ik geloof er niet meer in. De mensen denken dat deze winter nooit meer ophoudt’, concludeert de marktvrouw,’wat gaat u eigenlijk maken, als ik vragen mag?
‘Een lentejurkje’.
Oooh, dan heb je nog tijd genoeg voordat het warm wordt….
🙂
Mooi B.!
Kan B niet beter een skipak maken? Zit ook een rits in…